Vaak worden er problemen met de hef inrichting gemeld. Bijvoorbeeld geen hef, tilt niet veel, zakt als je de motor afzet, bij warme olie tilt minder enz. Er zijn diverse zaken die daar de oorzaak van kunnen zijn. Beste is dan een goede uitleg over hoe het werkt en daar je op moet letten.
We hebben het hier over de hef die met kleine veranderingen te vinden is in de 35/65/135 en nog veel meer trekkers. De hef in deze trekkers is voorzien van dubbelwerkende diepte regeling, daalsnelheid begrenzing, positie regeling en een constant pompen stand (voor externe hydroliek). Anders dan de TE serie zit de koppeling voor de aftakas achter de pomp dus kan die uit staan en de pomp werkt evengoed. De pomp is vrij hangend in de achterbrug en wordt op z'n plaats gehouden met twee pinnen en de aftakas. De stijgbuis is nu rechtreeks van de pomp naar het hefdeksel vrijstaand.
Om dubbelwerkend te zijn zit de topstang veer hier opgesloten in een buis.
De bediening van het geheel lijkt wat ingewikkeld maar is redelijk simpel. Er zijn twee hendels met drie funties.
De hendel dichtst bij de stoel is de trekkracht (diepte)regeling. Deze hendel regeld de hef naar gelang de hoeveelheid druk of trek op de dubbelwerkende topstang. Bij het ploegen en andere onder de grond werkende machines is dat dus druk (machine wil voorover en drukt dus op de topstang) en trek bij het tillen van wagens en getrokken werktuigen middels een multi-pull-hitch. Deze laatste zul je zelf moeten maken omdat ik niet denk dat iemand die hier heeft. Dat houdt ook in dat ik dit niet behandel en dus enkel over ploegen enz. zal behandelen.
De tweede hendel met de ronde knop heeft twee functies en heet de "operationele hendel". Het kwadrant heeft voor deze hendel een schaal in 2 stukken. Het bovenste deel zullen de meesten van jullie kennen als de positie regeling omdat het vrijwel altijd wordt gebruikt. De onderste helft is "response control" en eigenlijk is het een daal snelheids begrenzing. Dit is om bij het ploegen eventueele nijgingen tot ritmische op en neer bewegingen te onderdrukken.
Werken met deze hef is een genot omdat je elk aspect zeer precies kunt regelen en toch tijdens gebruik simpele handelingen voldoende zijn. Tijdens het ploegen gebruik je beurtelings de hendels, nooit allebij tegelijk wat er voor zorgt dat instellingen gehandhaaft kunnen blijven en dus niet steeds bij het inzetten van de ploeg de instelling weer gecontroleerd hoeft te worden. Ik beschrijf nu de procedure voor het ploegen, da's feitelijk het zelfde voor alle onder de grond werkende machines. Boven de grond gebruik je eigenlijk alleen de positie regeling.
Ploegen , instellingen :
1. koppel de ploeg achter de trekker en zet de combinatie op vlakke grond (niet op verharding) voor item 2.
2. Instellen daalbegrenzing. Til de ploeg op door de diepte regelings hendel zo hoog te zetten dat de ploeg geheven wordt. Wacht tot deze helemaal boven aan is en de veiligheid gaat afblazen (hoor je wel). Zet de operationele hendel in het "response" deel, een eind naar onder. Vervolgens laat je de ploeg zakken met de diepte regeling. Houdt in de gaten hoe lang het duurt voor de ploeg de grond raakt. Het doel is dat dit ca 5 seconden is. Is dat korter moet de hendel lager, is het langer moet de hendel hoger. Dit is dus stukje stellen, tillen en zakken, stellen enz tot het zo is. Hoeft niet echt exact, het is een algemeen werkende voor instelling, als de ploeg op en neer gaat lopen stel je dit na in het veld. Als je klaar bent zet je de stop onder de hendel zodat de instelling later makkelijk repeteerbaar is. Deze instelling is afhangkelijk van het gewicht van de ploeg of werktuig. Bij andere werktuigen dan de ploeg is deze instelling niet altijd nodig
3. (in het veld). Na het maken van je opening (voor die mensen die gewoon gaan ploegen bij de tweede gang) stel je de diepte regeling in. Bij de hendel zit een klein sectortje met een knop. Als je de ploeg op de gewenste diepte hebt gestuurd zet je dit hendeltje onder de eigenlijke hendel. Het werkt dan als een soort referentie zodat je kleine exacte bij-stellingen kunt plegen met deze als steun.
Ploegen :
Til de ploeg op met de operationele(positie regeling). Bij het inzetten van de ploeg druk je de operationele tot het onderste eind van de positie schaal. Niet door drukken tot de stop, dan duurt het lang voor de ploeg op diepte raakt. Pas als de ploeg op diepte is druk je door tot de stop. Tijdens de gang kun je nu de diepte fijn bij regelen met de diepte regeling. Aan het eind til je de ploeg weer op met de operationele, de diepte regeling blijft dus gewoon staan. Mocht de ploeg niet op diepte blijven maar steeds op en neer gaan lopen in een vast ritme dan kun je met de operationele de daalbegrening wat sneller of langzamer maken om dit tegen te gaan en daar dan de stop weer op aan te passen.
Defecten (?) :
- Sommige mensen meenen dat een geheven ploeg moet blijven staan tot men de hendel weer bediend om hem te laten zakken. Dat is niet waar. Door lekkage langs de zuigerveren zal de ploeg afhankelijk van de konditie van de veren en de dikte van de olie na enige tijd weer op de grond zijn gezakt. Als de tijd die verstreken is voor de ploeg de grond raakt 5 min of meer is (2 schaar rondgaande ploeg) is er niks mis met de hef, deze is dan in prima conditie. Korter dan 5 min. duid op slijtage van de veren of dunne (lees ook hete) olie. Duurt het 1 min. of minder bij koude dikke olie dan is er wat lek. In geval van dit type hef is dan de eerste plaats voor lekkages de bijde o-ringen aan de standpijp tussen pomp en deksel. Bijde ringen vervangen lost 90% van de problemen op. Volgende punt is de cylinder/hefdeksel O-ring. Eventueel kun je ook lekkage aan de buitenzijde vinden, het kapje op de standpijp heeft een tweede O-ring om het kapje op het hefdeksel af te dichten.
- Trage of schokkerende hef (soms naar gelang temperatuur). In de latere typen 35 en verdere typen zit een filter aan de inlaat zijde van de pomp. Deze gaat verstopt zitten met sludge. Soms is die sludge vorming te danken aan water in de olie wat erger wordt namate de olie op temperatuur komt en deze klacht dus pas na enige tijd werken op treed. Ververs de olie en maak het filter schoon of vervang het. Schokkerig in kombinatie met een rommelend geluid in de achterbrug onder balasting duid op een lekkage van het bovenstaande kaliber (met tevens de bijbehorende verschijnselen) of een lekkage van een of meerdere terugslag kleppen in de pomp. Schoonmaken of vervangen van de kleppen bied dan uitkomst.
- Rammelend geluid in de achterbrug bij belaste hef. De bijde pinnen waarmee de pomp in de achterbrug wordt vast gezet kunnen ruimte hebben waardoor de pomp kantelt op de aftakas. Dit is dan vooral hoorbaar bij laag motor toerental. Soms is vervangen van de pennen genoeg, anders een kant per keer het gat in achterbrug en pomp opboren en voorzien van een iets grotere pen (achterkant van boortje bv). De pennen zitten achter 2 dekseltjes met elk 2 boutjes aan weerszijden van de achterbrug. Als je treeplanken op de trekker hebt zitten die meestal in de weg.
- Wil niet tillen met sommige werktuigen. Zorg er voor dat je bij zwaar tillen met de positie regeling de trekkracht regeling helemaal naar onder drukt. Anders gaat deze via de trekkracht op de topstang ingrijpen. Heb je die hendel naar beneden en wil hij nog niet tillen dan is er lekkage mogelijk zoals in de eerste allinea, de overdruk klep blaast (te zwaar) of de topstang veer heeft (teveel) speling. Deze dient opgesloten te zijn. Dit kun je testen door op de topstang verbinding te duwen en vervolgens te trekken. Afgezien van de speling in de pennen en je topstang moet er geen beweging te zien zijn van de eigenlijke gaffel. Is dit wel zo (al dan niet extreem) zul je de zaak moeten demonteren om het bij te stellen of te repareeren.
Uiteraard zullen er vragen zijn die niet beantwoordt zijn in deze FAQ. Graag die vragen in het normale forum.
Groetjes,
René.
PS. de "multie pull hitch" in het kort is een bok die in de driepunt wordt gehangen die voorzien is van een ketting waarmee men de trekstang van een getrokken werktuig of wagen kan optillen en dus de benoodigde vrijheid van bewegen bied voor bochten. De mate waarin de hef er aan tilt wordt ingesteld met de trekkracht regeling welke de kracht meet via de trekkracht in de topstang.